DAIM Capsule's
In 1855 kocht de pas opgerichte Diakenvereniging der Hervormden een pakhuis en de grote "Bloementuin" van wijnkoper Schimmelpenninck om een jaar later een complex van 21 arbeiderswoningen te bouwen. In 1932 kocht de DAIM de huisjes terug om ze bij het fabriekscomplex te betrekken. In 1890 werkten er ruim 160 mensen. De productie bereikte voor de Tweede Wereldoorlog een maximum van 75 miljoen stuks. In hoofdzaak werden die capsules in het buitenland afgezet. Naast capsules werden er later ook tubes gemaakt en metale flessensluitingen, kroonkurken uit blik e.d. In 1915 won de firma een prijs op de Wereldtentoonstelling in San Francisco.
Uit de fabricage van rubberringen voor blikken jampotdeksels is een aparte rubberafdeling ontstaan, dat in 1936 heeft geleid tot de oprichting van de N.V. Deventer Rubberfabriek.
Ook is er een aluminiumwarenfabriek geweest, waar diverse soorten keukengereedschap, bekers, kookinrichtingen, etc. gemaakt werden.
In 1969 wordt de Daim samen met Capalux overgenomen door de Amerikaanse Crown Cork and Seal Company, met 22 vestigingen in Europa. In 1979 wordt de DAIM in een zeer afgeslankte vorm weer zelfstandig.
In 1946 is er al sprake van verhuizing van de fabriek uit de binnenstad. Uiteindelijk leidt dat ertoe dat de DAIM in begin jaren '80 het Bergkwartier verlaat. In 1983 gaat de fabriek failliet, er volgt een doorstart als DAIM-Holland bv. in 2007 valt definitief het doek.
Bron SIED
De N.V. DAIM (Deventer Algemeene Industrieele Maatschappij) is in 1903 ontstaan uit de Deventer Capsulefabriek van Schimmelpenninck.In 1868 begon de wijnhandelaar Schimmelpenninck voor eigen gebruik capsules (bladloden sluitingen voor flessen of kruiken) te maken. Al spoedig leverde hij ze ook aan anderen. In 1855 kocht de pas opgerichte Diakenvereniging der Hervormden een pakhuis en de grote "Bloementuin" van wijnkoper Schimmelpenninck om een jaar later een complex van 21 arbeiderswoningen te bouwen. In 1932 kocht de DAIM de huisjes terug om ze bij het fabriekscomplex te betrekken. In 1890 werkten er ruim 160 mensen. De fabricage geschiedt op kleine forceerbankjes met de hand. In 1892 werd de directie geinterviewd voor de Staatscommissie. De wijnhandel was zelf in 1903 sterk verminderd. De eerste machines kwamen uit Duitsland. De productie bereikte voor de Tweede Wereldoorlog een maximum van 75 miljoen stuks. In hoofdzaak werden die capsules in het buitenland afgezet. Naast capsules werden er later ook tubes gemaakt en metale flessensluitingen, kroonkurken uit blik e.d. In 1915 won de firma een prijs op de Wereldtentoonstelling in San Francisco. In 1925 werd een zusterfabriek te Esschen in België geopend. In 1928 werd het bedrijf de N.V. Industriële Maatschappij: DAIM. Uit de fabricage van rubberringen voor blikken jampotdeksels is een aparte rubberafdeling ontstaan, dat in 1936 heeft geleid tot de oprichting van de N.V. Deventer Rubberfabriek. Ook is er eenaluminiumwarenfabriek geweest, waar diverse soorten keukengereedschap, bekers, kookinrichtingen, etc. gemaakt werden. De DAIM verkoopt in 1967 het aandelenkapitaal aan de N.V. Capalux Maatschappij in Den Bosch. In 1969 wordt de Daim samen met Capalux overgenomen door de Amerikaanse Crown Cork and Seal Company, met 22 vestigingen in Europa. In 1979 wordt de DAIM in een zeer afgeslankte vorm weer zelfstandig. In 1946 is er al sprake van verhuizing van de fabriek uit de binnenstad. Uiteindelijk leidt dat ertoe dat de DAIM in begin jaren '80 het Bergkwartier verlaat. In 1983 gaat de fabriek failliet, er volgt een doorstart als DAIM-Holland bv. in 2007 valt definitief het doek. Bron SIED