Horst en Maas
In 1911 verhuist men naar Utrecht, maar daar zijn niet genoeg vaklui. En er is onvoldoende medewerking van de gemeente, waarna men in 1917 in Deventer terecht komt (Sint Jurrienstraat 42, hoek Jac. Reviusstraat). Architect van de fabriek was Knuttel.
Johan Maas sr. was eigenaar tot 2-9-1957. Beide zonen (Johan en Willem) Maas waren op 23-12-1942 medevennoot in het bedrijf.
De heer W. Horst trad reeds in 1906 uit de firma.
Willem Maas heeft in Duitsland in sigarenfabrieken stage gelopen. Daar is het idee opgedaan dat vrouwen in de sigarenindustrie ingezet konden worden. Vrouwen bleken iets sneller in het vullen van de dekbladen.
Het sorteren van de bladen, het op smaak- en kleur uitzoeken was gespecialiseerd werk en werd uitsluitend door de mannen gedaan, door zogenaamde melangeurs.
Verkoop geschiedde door vertegenwoordigers. Er was ook veel export via Rotterdam, vooral naar Indonesië.
Colijn was een fervent Horma-sigarenroker Hij vroeg er naar tijdens zijn internering. Verder was het merk Nederlandsche Munt een bekend merk. De merknamen zijn in 1952/3 doorverkocht.
De fabriek kende op de begane grond een aparte stripkamer, vochtkamer, droogmagazijn, pak- en plakkamer en op de verdieping een binnengoedkamer, sorteerderszaal, natmagazijn, deksorteerders zal melangekamer en (het grootste) de sigarenmakerszaal.
Op 22-12-1942 is de firma omgezet in een CV (Horst & Maas Cv)
Tengevolge van de per 1 april 1943 doorgevoerde concentratie van tabaksverwerkende industrieën is Horst & Maas de enige Deventer sigarenfabriek (van de 42 sigarenfabrieken en de 12 kerftabaksfabrieken en de 5 cigarettenfabrieken in het land), die nog in bedrijf kon blijven.
Tabak werd ingekocht op de Tabaksbeurs in Amsterdam, bijv. Frascati aan de Nes. In Rotterdam belangrijkste Tabaksvemen. De meeste tabak werd ingevoerd vanuit Sumatra.
Het werk was laag gemechaniseerd. Alleen voor het snijden van tabak was een eenvoudige machine aanwezig.
Houten kistjes werden gemaakt door de timmerman van de fabriek en de blikken dozen werden door Thomassen & Drijver geleverd.
In 1953 sloot de fabriek aan de Sint Jurriënstraat haar poorten.
Bron SIED
Sigarenfabriek van Horst en Maaswerd vanuit Wijhe (1904) in 1917 naar Deventer overgeplaatst. Aanvankelijk is het bedrijf gestart in de oude boter- / melkfabriek (Oranjelaan) in Wijhe. Daar is in 1907 sprake van een staking in het bedrijf. In 1911 verhuist men naar Utrecht, maar daar zijn niet genoeg vaklui. En er is onvoldoende medewerking van de gemeente, waarna men in 1917 in Deventer terecht komt (Sint Jurrienstraat 42, hoek Jac. Reviusstraat). Architect van de fabriek was Knuttel. Johan Maas sr. was eigenaar tot 2-9-1957. Beide zonen (Johan en Willem) Maas waren op 23-12-1942 medevennoot in het bedrijf. De heer W. Horst trad reeds in 1906 uit de firma. Willem Maas heeft in Duitsland in sigarenfabrieken stage gelopen. Daar is het idee opgedaan dat vrouwen in de sigarenindustrie ingezet konden worden. Vrouwen bleken iets sneller in het vullen van de dekbladen. Het sorteren van de bladen, het op smaak- en kleur uitzoeken was gespecialiseerd werk en werd uitsluitend door de mannen gedaan, door zogenaamde melangeurs. Verkoop geschiedde door vertegenwoordigers. Er was ook veel export via Rotterdam, vooral naar Indonesië. Colijn was een fervent Horma-sigarenroker Hij vroeg er naar tijdens zijn internering. Verder was het merk Nederlandsche Munt een bekend merk. De merknamen zijn in 1952/3 doorverkocht. De fabriek kende op de begane grond een aparte stripkamer, vochtkamer, droogmagazijn, pak- en plakkamer en op de verdieping een binnengoedkamer, sorteerderszaal, natmagazijn, deksorteerders zal melangekamer en (het grootste) de sigarenmakerszaal. Op 22-12-1942 is de firma omgezet in een CV (Horst & Maas Cv) Tengevolge van de per 1 april 1943 doorgevoerde concentratie van tabaksverwerkende industrieën is Horst & Maas de enige Deventer sigarenfabriek (van de 42 sigarenfabrieken en de 12 kerftabaksfabrieken en de 5 cigarettenfabrieken in het land), die nog in bedrijf kon blijven. Tabak werd ingekocht op de Tabaksbeurs in Amsterdam, bijv. Frascati aan de Nes. In Rotterdam belangrijkste Tabaksvemen. De meeste tabak werd ingevoerd vanuit Sumatra. Het werk was laag gemechaniseerd. Alleen voor het snijden van tabak was een eenvoudige machine aanwezig. Houten kistjes werden gemaakt door de timmerman van de fabriek en de blikken dozen werden door Thomassen & Drijver geleverd. In 1953 sloot de fabriek aan de Sint Jurriënstraat haar poorten. Bron SIED