Tedeco
Johan Hendrik Ankersmit, zoon van de stichter van de Ankersmit textielfabriek H.J. Ankersmit, nam in 1919 het initiatief tot het oprichten van een blikfabriek. Ankersmit was mede-eigenaar van het exportbedrijf Köler & Ankersmit dat veel conservenproducten exporteerde naar Oost-Indië. In eerste instantie werd het inblikken uitbesteed aan het Deventer bedrijf Wiegerink. Ankersmit besloot echter zelf een blikfabriek te starten.
Zijn schoonzonen Thomas Thomassen (1893-????) en Frits Albert Drijver (1897-1983) werden de firmanten. In 1953 verlaat Thomassen het bedrijf wegens persoonlijke en zakelijke meningsverschillen.
Later produceerde T&D voor veel conservenfabrieken, zoals Stegeman, Meester, Zendijk, IJsseldijk en Linthorst. In de regio, maar ook aan fabrieken daarbuiten. Ook Bussink kocht blikken bij T&D.
In 1928 verhuist het bedrijf in Deventer van de Molenstraat naar de Veenweg. In de jaren dertig verwerft de fabriek grote percelen aan de Veenweg, Rielerweg en Oude Holterweg in Deventer.
In 1934 ging T&D samenwerken met de grootste blikemballagefabrieken ter wereld, de Amerikaanse Continental Can Company en Metal Box Company. Deze bedrijven nemen ook een belang in de N.V. De modernste technologie kwam hierdoor binnen handbereik. Mede hierdoor kan het bedrijf doorgroeien tot een blikfabrikant van formaat.
Na de Tweede Wereldoorlog kan T&D haar bedrijfsvoering weer snel opstarten dankzij deze vooroorlogse contacten. De productie komt traag op gang, doordat blik lange tijd schaars blijft.
T&D bouwt ook in Oss (1952) een fabriek en neemt in datzelfde jaar de N.V. Metaalwarenfabriek Drenthina in Hoogeveen over. In 1953 wordt aan de Veenweg een nieuw laboratorium gebouwd. In dat jaar werken er 1.550 mensen bij T&D.
In 1955 wordt op het industrieterrein Deventer II (Deventer-Zuid) geopend, waarna de oude fabriek Deventer I (Deventer-Centrum) genoemd gaat worden.
In 1958 wordt het nieuwe hoofdkantoor aan de Zutphenseweg geopend door Koningin Juliana.
Vanaf 1965 verandert er veel in de blikindustrie. Er is sprake van een enorme schaalvergroting, terwijl de productie verder geautomatiseerd wordt. Eerst fuseert T&D in 1965 met de Verenigde Blikfabrieken (Verblifa), een grote Amsterdamse blikdrukkerij oorspronkelijk afkomstig uit de Zaanstreek.. De fabriek draagt daarna de naam Thomassen & Drijver Verblifa (TDV). In 1966 richt TDV samen met een aantal andere (internationale) partners Tedeco B.V. op, een fabriek voor kunststof bekers en verpakkingsmaterialen met een vestiging in Deventer en in Hamburg. De fabriek in Deventer werd in 1969 geteisterd door een grote brand. In 1969 wordt het bedrijf geherstructureerd. Een aantal vestigingen wordt gesloten. Daarna wordt er verdere samenwerking met andere Europese (o.a. J.A. Schmalbach in Duitsland) en Amerikaanse bedrijven gezocht. TDV gaat in 1970 deel uit maken van het concern Continental Can Company.
Read MoreZijn schoonzonen Thomas Thomassen (1893-????) en Frits Albert Drijver (1897-1983) werden de firmanten. In 1953 verlaat Thomassen het bedrijf wegens persoonlijke en zakelijke meningsverschillen.
Later produceerde T&D voor veel conservenfabrieken, zoals Stegeman, Meester, Zendijk, IJsseldijk en Linthorst. In de regio, maar ook aan fabrieken daarbuiten. Ook Bussink kocht blikken bij T&D.
In 1928 verhuist het bedrijf in Deventer van de Molenstraat naar de Veenweg. In de jaren dertig verwerft de fabriek grote percelen aan de Veenweg, Rielerweg en Oude Holterweg in Deventer.
In 1934 ging T&D samenwerken met de grootste blikemballagefabrieken ter wereld, de Amerikaanse Continental Can Company en Metal Box Company. Deze bedrijven nemen ook een belang in de N.V. De modernste technologie kwam hierdoor binnen handbereik. Mede hierdoor kan het bedrijf doorgroeien tot een blikfabrikant van formaat.
Na de Tweede Wereldoorlog kan T&D haar bedrijfsvoering weer snel opstarten dankzij deze vooroorlogse contacten. De productie komt traag op gang, doordat blik lange tijd schaars blijft.
T&D bouwt ook in Oss (1952) een fabriek en neemt in datzelfde jaar de N.V. Metaalwarenfabriek Drenthina in Hoogeveen over. In 1953 wordt aan de Veenweg een nieuw laboratorium gebouwd. In dat jaar werken er 1.550 mensen bij T&D.
In 1955 wordt op het industrieterrein Deventer II (Deventer-Zuid) geopend, waarna de oude fabriek Deventer I (Deventer-Centrum) genoemd gaat worden.
In 1958 wordt het nieuwe hoofdkantoor aan de Zutphenseweg geopend door Koningin Juliana.
Vanaf 1965 verandert er veel in de blikindustrie. Er is sprake van een enorme schaalvergroting, terwijl de productie verder geautomatiseerd wordt. Eerst fuseert T&D in 1965 met de Verenigde Blikfabrieken (Verblifa), een grote Amsterdamse blikdrukkerij oorspronkelijk afkomstig uit de Zaanstreek.. De fabriek draagt daarna de naam Thomassen & Drijver Verblifa (TDV). In 1966 richt TDV samen met een aantal andere (internationale) partners Tedeco B.V. op, een fabriek voor kunststof bekers en verpakkingsmaterialen met een vestiging in Deventer en in Hamburg. De fabriek in Deventer werd in 1969 geteisterd door een grote brand. In 1969 wordt het bedrijf geherstructureerd. Een aantal vestigingen wordt gesloten. Daarna wordt er verdere samenwerking met andere Europese (o.a. J.A. Schmalbach in Duitsland) en Amerikaanse bedrijven gezocht. TDV gaat in 1970 deel uit maken van het concern Continental Can Company.
In 1966 richt TDV samen met een aantal andere (internationale) partners Tedeco B.V. op, een fabriek voor kunststof bekers en verpakkingsmaterialen met een vestiging in Deventer en in Hamburg. De fabriek in Deventer werd in 1969 geteisterd door een grote brand. In 1969 wordt het bedrijf geherstructureerd. Een aantal vestigingen wordt gesloten. Daarna wordt er verdere samenwerking met andere Europese (o.a. J.A. Schmalbach in Duitsland) en Amerikaanse bedrijven gezocht. TDV gaat in 1970 deel uit maken van het concern Continental Can Company.Tedeco brand 1969 het bedrijf maakt er voedselverpakkingen en koffiecups. Het bedrijf zat aan de Hanzeweg. Daar produceerden nog 150 personeelsleden verpakkingen.